Al het onderstaande beschouw ik voor mezelf. Als geheugensteuntje. Het organiseren van lessen is dikwijls een van de moeilijkste zaken in het onderwijs. Hoe laat ik de kinderen werken? In welke volgorde geef ik mijn les? Hoe zorg ik voor een efficiënte leertijd en zorg ervoor dat er voldoende leerwinst is? Het is niet omdat ik deze zaken neerpen in dit blog, dat het ook effectief zo moet gebeuren. Ik wil hierbij zeker niet de indruk wekken dat het onderstaande voor elke situatie of elke leerkracht het meest correcte is. Toch ben ik ervan overtuigd dat het onderwijzen voor een groot stuk bestaat uit organiseren, naast natuurlijk de vak- en didactische kennis, sociale vaardigheden en nog zo veel meer. Ik waag me aan een lijst, die ongetwijfeld lang niet volledig is.
afbeelding: hoogbegaafdvlaanderen
Wie? Wat?
Door (bijna) alle kinderen een andere extra taak te geven ter uitbreiding, laat je de kinderen perfect op maat oefenen en leren. Hierbij mogen we niet uit het oog verliezen dat kinderen die samenwerken ook enorm veel van elkaar kunnen leren. Door de klasgroep in homogene groepen te delen, kunnen kinderen nog steeds samenwerken of elkaar ondersteunen en hulp bieden. Deze groepen hoeven niet per se gecommuniceerd worden met de klas. Het bewustzijn van de leerkracht van deze groepen is vaak voldoende. Het is dus niet zo dat voor elk kind afzonderlijk een gepaste plustaak moet worden gevonden. Voor het maken van die groepen is het nuttig om verder te kijken dan enkel de cognitieve competenties. Concentratie, zelfredzaamheid, probleemoplossend denkvermogen en sociale vaardigheden zijn maar enkele van de eigenschappen die ook een doorslag kunnen geven voor de juiste opdracht.
Waar?

Wanneer?
Is het nodig dat alle kinderen evenveel basisoefeningen maken? Moeten álle oefeningen in het werkboek worden opgelost vooraleer kinderen de doelstelling van de les hebben bereikt? Wat mij betreft niet. De invulboeken zijn niet het doel, maar slechts het middel om dat doel te bereiken. Het kan bij gedifferentieerd werken dus het geval zijn dat sommige kinderen na enkele oefeningen al met de plustaken kunnen starten, terwijl anderen nog gedurende een hele tijd inoefening krijgen. Hoe lang de kinderen aan hun plustaken werken, hangt af van de beschikbare tijd voor de activiteit. Een time timer kan hen helpen om de tijd te visualiseren en hun werk te plannen.
WAT DOET DE LEERKRACHT?
Vooraf
Heel de organisatie bouwt uiteraard verder op een grondige voorbereiding. Een klasleerkracht kent zijn publiek: competenties, concentratievermogen, betrokkenheid, interesses, ... . Door de kinderen in homogene groepen te delen, rekening houdend met verschillende kenmerken, kan je gericht op zoek naar uitlooptaken voor elke groep. Het materiaal verzamelen, gericht op de groepen in combinatie met de huidige leerstof, is de volgende stap tijdens het voorbereiden. Dit materiaal kan veelvuldig gebruikt worden voor verschillende groepen gedurende een periode. Wanneer een groepje kinderen extra verdieping krijgt over een onderwerp, zal dit binnen een bepaalde tijd tot de basisstof behoren voor de hele klasgroep. Hierdoor worden deze taken gerecycleerd, zodat het opzoekwerk aan effect wint.
Tijdens
Door de kinderen zelfstandig aan hun individuele traject te laten werken, heeft de leerkracht zijn handen vrij om zij die het nodig hebben de juiste weg te wijzen in de leerstof. Uiteraard wordt bewaakt dat de plustaken naar behoren gemaakt worden. Zij mogen niet aan kracht verliezen doordat de leerkracht niet steeds ondersteuning zal bieden. Deze ondersteuning komt vaak van andere kinderen met dezelfde plustaak. Of van hen die deze taak al eens eerder kregen. Een wakend oog van de leerkracht is, naast de zorgbegeleiding dus van belang. Kies steeds voor een plekje in de klas waar je een totaalbeeld van de groep kan bewaren. In het midden van de klas met je rug naar verschillende hoeken is niet aangewezen. Ga eerder op zoek naar een plek aan de rand van de klas, dicht bij het groepje dat de zorg krijgt. Steeds ook indachtig dat andere kinderen je moeten kunnen bereiken om raad te vragen.
Wanneer voor de kinderen de werking duidelijk is, zal de leerwinst en leertijd beduidend hoger liggen. Een voornemen waaraan ik me waag...
WAT DOET DE LEERKRACHT?
Vooraf
Heel de organisatie bouwt uiteraard verder op een grondige voorbereiding. Een klasleerkracht kent zijn publiek: competenties, concentratievermogen, betrokkenheid, interesses, ... . Door de kinderen in homogene groepen te delen, rekening houdend met verschillende kenmerken, kan je gericht op zoek naar uitlooptaken voor elke groep. Het materiaal verzamelen, gericht op de groepen in combinatie met de huidige leerstof, is de volgende stap tijdens het voorbereiden. Dit materiaal kan veelvuldig gebruikt worden voor verschillende groepen gedurende een periode. Wanneer een groepje kinderen extra verdieping krijgt over een onderwerp, zal dit binnen een bepaalde tijd tot de basisstof behoren voor de hele klasgroep. Hierdoor worden deze taken gerecycleerd, zodat het opzoekwerk aan effect wint.
Tijdens
Door de kinderen zelfstandig aan hun individuele traject te laten werken, heeft de leerkracht zijn handen vrij om zij die het nodig hebben de juiste weg te wijzen in de leerstof. Uiteraard wordt bewaakt dat de plustaken naar behoren gemaakt worden. Zij mogen niet aan kracht verliezen doordat de leerkracht niet steeds ondersteuning zal bieden. Deze ondersteuning komt vaak van andere kinderen met dezelfde plustaak. Of van hen die deze taak al eens eerder kregen. Een wakend oog van de leerkracht is, naast de zorgbegeleiding dus van belang. Kies steeds voor een plekje in de klas waar je een totaalbeeld van de groep kan bewaren. In het midden van de klas met je rug naar verschillende hoeken is niet aangewezen. Ga eerder op zoek naar een plek aan de rand van de klas, dicht bij het groepje dat de zorg krijgt. Steeds ook indachtig dat andere kinderen je moeten kunnen bereiken om raad te vragen.
Wanneer voor de kinderen de werking duidelijk is, zal de leerwinst en leertijd beduidend hoger liggen. Een voornemen waaraan ik me waag...