dinsdag 27 augustus 2013

Waar staan we dan?

Het leek een doodgewone vraag.  Zo één die je wel vaker krijgt.  Tot ik er wat dieper over ging nadenken.  Tijdens onze ICT-babbel aan de vooravond van het nieuwe schooljaar kreeg ik van de nagelnieuwe directie alvast de opdracht mijn hoofd te breken over de komende 6 jaar.  Na een eerste denkronde bleek het een heuse uitdaging te worden.  Er werd me gevraagd een budgetplan op te maken voor technologische toestellen binnen dit en zes jaar.   Waar heeft de school in die tijd behoefte aan op ICT-gebied?  Volstaat het om het computerpark te updaten?  Kunnen we de mobiele laptopklas uitbreiden?  Investeren we in extra tablets?

Ik herinner me nog goed toen ik ruim tien jaar geleden de eerste stap zette in mijn huidige school.  Elke klas beschikte over maximum 2 pc's voor de leerkracht en al zijn leerlingen.  Af en toe werd deze aangezet.  We zochten samen wel eens wat op.  Alle ogen naar het scherm gericht.  Het rekenweb  was nieuw.  Van YouTube of Facebook was nog geen sprake.  De Nokia 3310 was razend populair.  Draadloos internet was een ver-van-mijn-bed-show.  Tien jaar geleden lijkt lang niet zo ver terug.  Maar als je weet hoe snel de technologische wereld  geëvolueerd is, blijkt er in tien jaar enorm veel te kunnen gebeuren.  

Ondertussen geven we allemaal les met een digibord, hebben we overal supersnel wifi op school.  We maken gebruik van de cloud om onze lessen voor te bereiden en te delen.  Nuttige webtoepassingen vliegen in onze schoot.  Reikhalzend nemen we ze aan en gebruiken ze in onze lessen.  De wereld is kleiner geworden.  Het leven sneller.  Alles moet onmiddellijk kunnen worden opgezocht.  Iedereen bereikbaar.  Leven zonder sociale mediastatus is bijna uitgesloten.  Nieuwe werknemers worden gegoogled nog voor ze de hand geschud worden.  De technologische wereld kent geen grenzen.  Het lijkt een exponentiële vooruitgang die we niet meer kunnen stoppen.  Het onderwijs springt mee op de kar en integreert manieren waarbij ICT een prominente rol speelt.  

'Is het nodig om als school nog te investeren in pc's?' was mijn open maar gemeende vraag aan het Twitteruniversum.  'Zullen we binnen zes jaar nog steeds werk aanbieden aan onze leerlingen waarvoor zij naar een computerhoek in de klas moeten gaan?', de onderliggende betekenis.  Zullen we, wanneer we hen met muis- en toetsenbordwerk aan het werk zetten, niet ongelooflijk achterop lopen?  Hunkerend naar alles met touchscreen?  Snel, mobiel en bereikbaar, lijken de codewoorden in de huidige generatie.  Op mijn Twittervraag kreeg ik diverse, verrassende antwoorden.  Sommigen zien, ook het basisonderwijs, verder evolueren naar BYOD (Bring Your Own Device).  In dit systeem zorgen de leerlingen zelf voor hun ICT-middelen, de leerkracht en school voor de omkadering en inhoud.  

Om meer zicht te krijgen op het onderwijs van morgen ging ik ten rade bij Kennisnet.  Op hun website vind je verschillende onderzoeksrapporten over het leren van de toekomst.  Een van deze rapporten is een vergelijkende studie tussen verschillende modellen van 21st century skills.  Deze bundeling van vaardigheden is in het leven geroepen om het onderwijs een antwoord te laten geven op de steeds sneller veranderende maatschappij.  Onze samenleving, zowel sociaal als economisch, wordt meer en meer bepaald door de opeenvolgende technologische ontwikkelingen.  Om hen op deze snel veranderende wereld voor te bereiden, zullen we naast rekenen, taal en de zaakvakken ook belangrijke competenties moeten aanbrengen aan onze leerlingen.  Zo blijken samenwerken, creativiteit, ICT-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden van grote waarde.  Daarnaast winnen drie attitudes aan belang: betrokkenheid, ondernemendere en nieuwsgierigheid.  Deze 21st century skills kunnen een beleid vormen voor het onderwijs van nu, aan de volwassenen van morgen.  Om hieraan te voldoen, zijn de juiste middelen wel erg mooi meegenomen.  Verder snuisterend op de Kennisnetwebsite vind ik tegenwoordig erg veel over augmented reality en sociale media.  Het lijken logische stappen te zijn in het onderwijs.  Snel, mobiel en bereikbaar.  

Of ook het basisonderwijs daadwerkelijk de stap maakt naar 1-1 ICT-onderwijs of BYOD, daarvoor lijkt het mij persoonlijk nog net te vroeg oordelen.  De voorspelling kan misschien gemaakt worden, het budget is dat nog niet.  De maatschappij, het netwerk rond de school en de school zelf zijn daar (nog) niet klaar voor.  We zitten, nog steeds mijn inziens, in een tussenfase.  De experimenteerperiode. Het werken met pc's en laptops goed ingeburgerd.  De stap naar allomtegenwoordig megamobiel, nog in overweging nemend.  Het is afwachten of dat binnen de samenleving een blijvertje wordt of voorbijgestreefd door ander, nieuwer, sneller materiaal.  De eerste voorzichtige stapjes zouden gezet zijn, de investering blijft nog even wachten.

Villemard (1910) Utopie, en l’an 2000: à l’école.

In mijn denkpiste en de verschillende knopen die ik hierin tegenkwam, stuurde ik een open vraag naar de helpdesk van Kennisnet.  Bestaan er studies wat betreft het onderwijs van de toekomst en/of de toekomst van het onderwijs.  Want het onderwijs neemt niet graag risico's.  Net wat (duur) materiaal betreft, maar ook niet qua inhoud en aanbod.  Terecht.

Het plan waarnaar vraag was, zal onderbouwd worden met informatie die zo correct mogelijk is.  Eventueel gestaafd aan studies, mochten deze er zijn.  De vraag die ik kreeg was er een met veel inhoud.  Het antwoord erop zal nooit correct zijn.  De voorspellingen die we maken, zullen een richting kunnen geven.  De toekomst zal het uitwijzen.  Ik zoek en blijf zoeken.  Wordt, zeker en vast, vervolgd!

BRONNEN:
DesignTaxi (infographic)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten